Ouderwetse langspeelplaten op vinyl zijn al jaren bezig aan een wederopstanding, maar nu is de markt ontploft. De wachttijd om een plaat te laten persen is enorm opgelopen en de prijzen schieten door het dak. “Het is één grote gekkigheid”, zegt Anouk Rijnders van Record Industry in Haarlem, een van de grootste geautomatiseerde vinylperserijen ter wereld. “Onze huidige productiecapaciteit is 40.000 tot 50.000 platen per dag. We hebben 42 persen die in twee ploegen draaien.” Maar tegen de vraag valt niet meer op te persen. Rijnders: “Als je nu een plaat bestelt, mag je blij zijn als die eind dit jaar, dan wel begin volgend jaar van de persen rolt.” Platenlabel Sony laat weten dat de productietijd van vroeger – zes à acht weken – is opgelopen tot zo’n zes tot acht maanden. Tim Knol merkt dit ook. Hij laat zijn albums maken bij de Record Industry, en moet acht maanden wachten op zijn nieuwe lp: Volgens fabrikant Harm Theunisse van Symcon neemt de vraag naar lp’s jaarlijks met ruim 10 procent toe. Deze trend beperkt zich niet alleen tot Nederland. Vorige maand meldde de Record Industry Association of America dat in de VS voor het eerst sinds 1986 de omzet van vinylplaten weer boven de 1 miljard dollar was uitgekomen. “Corona was een gekkenhuis”, zegt Fred Maessen, mede-eigenaar van platenzaak de Waaghals in Nijmegen. “We zijn natuurlijk heel blij met de vernieuwde liefde voor platen, maar de wachttijden zijn vreselijk. Vroeger had je strakke releasedata, nu niet meer.” Dit heeft niet alleen gevolgen voor de klanten, maar ook voor de artiesten. “Jong talent dat niet de backing heeft van grote labels komt er moeilijk tussen. De drempel om een plaat te laten maken ligt hoger, want het is veel duurder. Dat heeft ook weer gevolgen voor een tour, want podia vragen of je een product hebt wat je kan promoten.” Veel platenperserijen sloten twintig jaar geleden hun deuren omdat de vraag afnam. Artiesten zeggen hieronder te lijden, omdat hun releasedata en een deel van de inkomsten gelieerd zijn aan het uitbrengen van een plaat. Zo ook Jack White, die in 2017 een eigen perserij begon en vorige maand een oproep deed aan grote platenmaatschappijen om hetzelfde te doen: Volgens Maessen van de Waaghals moeten vinylliefhebbers vooral slikken bij de nieuwe prijzen. Deze zijn een aantal maanden geleden met 10 à 15 euro per plaat toegenomen. De fabrieken rekenen iets hogere kosten door toegenomen grondstof- en energieprijzen, maar volgens Maessen ligt de oorzaak voornamelijk bij de ‘majors’, de grote platenlabels. “De omzet uit platen groeit nu harder dan die uit cd’s en streaming. Dus hebben de labels de prijzen enorm verhoogd. Een plaat van 25 euro kan nu 40 euro kosten, klanten begrijpen dat niet.” Volgens Sony klopt het dat de markt van fysieke producten vooral door de verkoop van vinyl met 30 procent is gestegen, maar zegt dat de prijsstijgingen alleen het gevolg zijn van het doorberekenen van stijgende kosten. “De prijzen van grondstoffen, inclusief papier en inkt, productiekosten, transport- en opslagkosten zijn gestegen. In eerste instantie hebben wij deze niet doorgerekend aan de klanten, maar we had dit jaar geen keuze meer”, zegt een woordvoerder. Universal Music wilde niet reageren.
BinckBank krijgt boete van half miljoen omdat beleggers te veel risico liepen
Beleggersplatform BinckBank is door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) beboet omdat het consumenten twee jaar lang niet genoeg toetste op kennis van beleggen. Daardoor konden klanten hun geld steken in…