In Amersfoort is de overdracht herdacht van Kamp Amersfoort aan het Rode Kruis, op 19 april 1945. Voor het eerst waren er geen oud-gevangenen bij de herdenking, schrijft RTV Utrecht. “Het handjevol mensen dat nog leeft, is helaas niet meer in staat om naar de herdenking te komen”, zegt Micha Bruinvels, directeur van Nationaal Monument Kamp Amersfoort. Voor hen ligt op de eerste rij stoelen een roos. “Zij waren het die op deze plek van 1941 tot 1945 werden onderworpen aan een onmenselijk kampregime.” In Kamp Amersfoort zaten in de Tweede Wereldoorlog in totaal 47.000 gevangenen. Honger, dwangarbeid en mishandeling waren aan de orde van de dag. Tijdens de herdenking, die voor het eerst in vier jaar met publiek werd georganiseerd, spraken familieleden van kampgevangenen. Erik van der Wal kwam speciaal over vanuit Australië om samen met zijn zus zijn vader te herdenken. Hij was een van de tientallen mensen die na 19 april als gijzelnemers mee werden genomen naar Scheveningen. “Achttien dagen heeft hij in totale angst geleefd, daarna heeft hij er weinig meer over gesproken”, vertelt Erik. Niet alleen de Tweede Wereldoorlog werd herdacht. Er werd ook stilgestaan bij de oorlog in Oekraïne. De Oekraïense Hanna Hrabarska, die met haar moeder naar Nederland vluchtte, sprak op de bijeenkomst. “De oorlog begon niet in februari, maar op het moment dat de angst binnensloop dat Rusland binnen zou kunnen vallen”, zegt ze. “Nooit had ik verwacht op een herdenking als oorlogsvluchteling te hoeven spreken.” Directeur Bruinsveld reageerde op haar toespraak: “De impact op het leven van de nabestaanden die vandaag spraken, zullen in haar land allemaal nog volgen. Dat maakt het een nare vicieuze cirkel.”