De man die in 1997 de Groningse Els Slurink doodde, is ook in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar. Jahangir A. werd vorig jaar door de rechtbank al veroordeeld tot dezelfde straf, maar hield vol onschuldig te zijn en ging in hoger beroep. Doorslaggevend bewijs was volgens het gerechtshof het dna-mengspoor dat onder Slurinks nagel werd gevonden en uiteindelijk leidde tot de aanhouding van A., schrijft RTV Noord. Een verklaring van een buurvrouw, die vertelde dat ze geschreeuw en een bonk uit Slurinks woning hoorde komen, ondersteunt volgens het hof de dna-match. Slurink werd op 21 maart 1997 dood gevonden in haar woning in Groningen. De 33-jarige vrouw verscheen niet op een afspraak en dat wekte argwaan bij haar collega’s. Twee van hen gingen naar Slurinks huis en zagen haar op de grond liggen. Ze bleek de nacht ervoor in haar hart te zijn gestoken. Het moordwapen werd nooit gevonden, en de zaak werd door gebrek aan bewijs jarenlang niet opgelost. De dood van de Groningse was een coldcasezaak waar in januari 2021 door de politie opnieuw aandacht voor werd gevraagd. Zo kwam er een postercampagne waarin mensen werden opgeroepen informatie te delen. Op de posters stond de vraag: “Wie bracht Els Slurink om het leven?” Op 5 februari 2021, drie weken na de start van de postercampagne, werd A. aangehouden. De campagne gaf echter niet de doorslag; hij kwam in beeld door een dna-match. Met het dna-mengspoor dat in 1997 onder Slurinks nagel werd gevonden, konden destijds alleen verdachten uitgesloten worden, en niet actief worden opgespoord. Dankzij nieuwe technieken was het, meer dan twintig jaar na de moord, wél mogelijk om de verdachte op te sporen. Zijn dna zat door eerdere veroordelingen in de dna-databank.
Zeehondenpups in opvang nadat mensen stenen gooiden en selfies maakten
Zeker tien zeehondenpups zijn recent door menselijk toedoen in het opvangcentrum in Pieterburen beland. Het gaat om gevallen waarbij mensen de pups aaiden of selfies met ze maakten, schrijft RTV…