De overheid is in coronatijd op nog grotere afstand van de burger komen te staan. Veel loketten waren gesloten, terwijl er tegelijkertijd allerlei maatregelen werden genomen die een grote impact hadden op het dagelijks leven. Dat schrijft de Nationale ombudsman in zijn jaarverslag over 2021, dat hij in de Tweede Kamer heeft aangeboden. Hij ziet dat het vertrouwen in de overheid nog verder is gedaald. Ombudsman Reinier van Zutphen waarschuwt al jaren over de afstand tussen overheid en burgers. Die is het afgelopen jaar door verschillende omstandigheden alleen maar verder gegroeid. Niet alleen corona droeg daaraan bij, maar ook de lange formatie van een nieuw kabinet. Daardoor kwamen, volgens de ombudsman, “veel noodzakelijke ontwikkelingen in een ‘wachtstand’ terecht”. “Zo was er onvoldoende voortgang in de hersteloperatie kinderopvangtoeslagen en bij de aanpak van de gaswinningsproblemen in Groningen en Drenthe.” Van Zutphen constateert dat het aantal “mensen dat niet meer mee kan doen aan de samenleving” in 2021 is gegroeid, onder meer door gezondheids- of financiële problemen. Hij vreest dat een deel van deze mensen in langdurig armoede vervalt en daardoor ook andere problemen krijgt, bijvoorbeeld op het gebied van scholing en huisvesting. Hij vraagt speciale aandacht voor “een generatie jonge Nederlanders die zich solidair heeft getoond”, maar te maken kreeg met onderwijsachterstanden, weinig mogelijkheden voor sociale ontwikkeling, een hoge studieschuld en geen kans op een eigen huis”. “Zij mogen geen vergeten generatie worden die nog jarenlang kampt met een onevenredige achterstand”. Het jaarverslag van de Nationale ombudsman heeft als titel: De burger kan niet wachten. Op de voorkant staat een foto van een wachtrij in Groningen voor een subsidie van 10.000 euro als compensatie voor het leed in het aardbevingsgebied. Je ziet oude mensen in de kou staan. Het zijn mensen die niet digitaal vaardig zijn. Veel wel sociaal vaardigen, thuis achter de computer, kwamen ook in een lange wachtrij. Volgens Van Zutphen is de foto hét voorbeeld van hoe het mis kan gaan tussen overheid en burgers. “Als je als overheid weet wie deze mensen zijn en waar ze wonen. waarom ga je het geld dan niet brengen?” De ombudsman vindt dat de overheid het vertrouwen van de burger moet terugwinnen door zich betrouwbaar te tonen. “Simpel gezegd zal de overheid eerst zijn werk goed moeten doen.” Hij wijst erop dat veel overheidstaken naar gemeenten zijn overgeheveld, die lang niet altijd in staat zijn om de burger goed te helpen. Daardoor neemt het vertrouwen verder af. “De politiek-bestuurlijke reflex is in dat geval vaak om als oplossing ‘maatwerk’ te bieden. Maar maatwerk is geen oplossing voor slecht beleid. Het verhult dat het beleid in de basis niet goed was en dát moet worden aangepakt.”
Meer immigranten naar Nederland, vooral door oorlog Oekraïne
Het afgelopen jaar zijn er meer migranten naar Nederland gekomen dan in 2021. In totaal kwamen er in 2022 zo’n 403.000 mensen naar Nederland, tegenover 298.000 het jaar ervoor. Daarmee…