Rusland weerspreekt met klem verantwoordelijk te zijn voor het drama in Boetsja. Kremlinwoordvoerder Peskov en de Russische buitenlandminister Lavrov spreken van een provocatie, gepleegd door het Oekraïense leger om Rusland in een kwaad daglicht te zetten. In Russische media wordt gesproken over fake news. Gisteren werd de vondst van tientallen lijken van burgers in Boetsja al door een Russische topdiplomaat een “monsterlijke provocatie van Oekraïense radicalen” genoemd. Het ministerie van Buitenlandse Zaken wil dat de VN-Veiligheidsraad bijeenkomt om de kwestie te bespreken, maar dat verzoek is afgeslagen door het Verenigd Koninkrijk, de huidige voorzitter van de raad. In Russische media wordt de nadruk gelegd op vermeende inconsequenties in de video’s die vanuit Boetsja naar buiten komen. Onder meer via de socialemedia-accounts van Russische ambassades in het buitenland worden video’s gedeeld die het “westerse nepnieuws” zouden moeten ontmaskeren. “Het Russische ministerie van Defensie was er snel bij om te zeggen dat de beelden nep zijn. Zo zou te zien zijn dat enkele lichamen bewogen op de beelden. Er wordt ook gezegd dat de Russische militairen al op 30 maart zijn vertrokken en pas een paar dagen later berichten over doden naar buiten kwamen. Daarom wordt er gewezen naar de rol van het Oekraïense leger, dat Boetsja onder vuur zou hebben genomen. Ook op de internationale verontwaardiging wordt verontwaardigd gereageerd. Volgens het ministerie waren verslaggevers en fotografen meteen ter plaatse, waardoor het nieuws meteen de wereld over ging, terwijl vorige week niet werd gereageerd op beelden van de mishandeling van Russische krijgsgevangenen.” Volgens de Oekraïense autoriteiten werden in Boetsja zeker 330 burgers gedood, ogenschijnlijk standrechtelijk geëxecuteerd. President Zelensky spreekt van genocide. Het ontkennen van de gebeurtenissen in Boetsja past in het patroon van Rusland waarbij aantijgingen worden omgedraaid in het voordeel van het Russische leger. Zo wordt de verwoesting in de belegerde stad Marioepol toegeschreven aan het Oekraïense leger en raketinslagen in Kiev zouden het gevolg zijn van afgedwaalde Oekraïense raketten. Rusland herhaalt regelmatig de claim dat er geen burgerslachtoffers vallen bij het Russische optreden in Oekraïne. Het is ingewikkeld om een verweer te leveren wanneer de werkelijkheid wordt omgedraaid, zegt Ruslanddeskundige Laura Starink van kennisplatform Raam op Rusland. “Als je zo’n Rus wijst op de feiten, dan krijg je te horen dat je gebrainwasht bent. Het is een compleet andere werkelijkheid.” De Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov zei eerder vandaag dat de gebeurtenissen in Boetsja in scène zijn gezet: De ontkenning van de gevechtshandelingen gaan gepaard met een steeds hardere toon tegen Oekraïners, zegt Starink. “Het is een soort verblinde haat tegen het hele volk die erger lijkt te worden. Het wordt opgezweept in talkshows en ontspoort waar je bij staat.” Ze verwijst naar een opiniestuk dat is verschenen op de website van staatspersbureau Ria Novosti. Een politiek filosoof beschrijft daarin hoe Rusland Oekraïne zou moeten behandelen. Volgens hem is een aanzienlijk deel van de Oekraïners “schuldig”, doordat zij zich overgeven aan “de nazi’s” in Kiev. Daarom is er “heropvoeding, ideologische repressie en strikte censuur” nodig. Het Oekraïense ministerie van Defensie zegt dat dit artikel duidelijk maakt dat de “Russische nazi’s” uit zijn op de verwoesting van Oekraïne. “Het roept op tot de vernietiging van iedereen die helpt bij de verdediging van Oekraïne en alles wat Oekraïens en Europees is”, schrijft het ministerie op Twitter. “Voorheen waren alleen het Azov-bataljon in Marioepol en de regering in Kiev nazi’s, maar nu wordt vrijwel iedereen in Oekraïne een nazi genoemd”, zegt Starink. “Het is misschien een reactie op het feit dat het Russische leger geen steun blijkt te hebben onder de Oekraïense bevolking. Dan zal iedereen wel een nazi zijn, is de gedachte.” De steun voor de zogeheten speciale militaire operatie in Oekraïne blijft in Rusland vooralsnog hoog. Uit onderzoek van het onafhankelijke Levada Centrum blijkt dat het optreden door 81 procent van de bevolking wordt gesteund. Slechts 14 procent keurt de oorlog af.