Vicepremier Kaag is aangekomen in Suriname, waar ze de komende dag in gesprek gaat met belanghebbenden over het voornemen van de Nederlandse staat om excuses aan te bieden voor het slavernijverleden. Vooral de geplande datum – 19 december – voor het “betekenisvolle moment, zoals premier Rutte het eerder noemde, is bij sommige betrokkenen slecht gevallen. Kaag kwam rond 19.30 uur plaatselijke tijd aan op vliegveld Zanderij, waar ze werd verwelkomd door onder anderen de Surinaamse minister Mathoera van Defensie. Ze zal spreken met verschillende ministers en met president Santokhi. Ook staat een ontmoeting gepland met de voorzitter van het parlement, Marinus Bee. Sherwin Piqué is secretaris van de voormalige plantage Onverwagt en hij is te spreken over de komst van Kaag. “Ik denk dat het op zijn plaats is om vooraf zaken goed af te stemmen voordat de minister die daarmee belast is verder kan gaan met de situatie.” Hij noemt Kaag een zwaargewicht en is daarom opgetogen over haar komst. In 1863, toen de slavernij op papier werd afgeschaft, kochten acht voormalige tot slaaf gemaakten de plantage Onverwagt. Tot op de dag van vandaag wordt die bestuurd door nazaten en Piqué is een van hen. Ook Hesdy Ommen, voorzitter van de federatie van plantages in het district Para, staat positief tegenover het bezoek van Kaag. Volgens Ommen is iedereen welkom die een bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van Suriname. “We hebben hier een achterstand opgelopen door het slavernijverleden en die is nooit ingehaald. Wij hebben concrete ideeën over de invulling van die excuses en praten daar graag over.” Ommen zal zijn plannen niet zelf met Kaag kunnen bespreken. De eerste dag van haar bezoek wordt beheerst door gesprekken met verschillende ministers. De dag begint met een ontmoeting met president Santokhi. Zaterdagochtend volgt een bezoek aan Fort Zeelandia, waar de minister een krans legt bij het 8 Decembermonument. Sinds bekend is dat Nederland op 19 december excuses wil aanbieden voor het slavernijverleden is er discussie over. Er zou vooraf vrijwel geen overleg zijn geweest met de Surinaamse regering of maatschappelijke organisaties. De manier waarop het kabinet zijn plannen ‘doordrukt’, doet volgens critici daardoor koloniaal aan. Eerder zei de Surinaamse minister Ramdin van Buitenlandse Zaken al dat excuses nimmer eenzijdig kunnen zijn. “Er moet een goede maatschappelijke discussie zijn. Diverse organisaties moeten worden gehoord”, aldus de bewindsman. Zowel in Suriname als in Nederland is er irritatie over de gang van zaken. Zes Surinaamse organisaties in Nederland stapten naar de rechter om af te dwingen dat de excuses op 1 juli zouden worden aangeboden, maar die wees hun verzoek de afgelopen dag af. Dat ervoor gekozen is om minister Weerwind voor Rechtsbescherming naar Suriname te sturen ligt ook gevoelig. Als zoon van Surinaamse ouders, en nazaat van tot slaaf gemaakten, is Weerwind volgens de critici niet de juiste persoon om excuses aan te bieden. Inmiddels lijkt duidelijk dat Weerwind de excuses niet zal aanbieden. Verslaggever bij de Surinaamse Televisie Stichting Michael Rickets benadrukt dat er in Suriname veel verbazing is over de gang van zaken. Na het bezoek van premier Rutte werd er in het land van uitgegaan dat er een samenwerking zou zijn tussen Suriname en Nederland. “Surinamers keken uit naar excuses op 1 juli 2023, omdat het een belangrijk gedenkjaar is voor het land”, zegt Rickets. De journalist zegt dat er nog steeds hoop is dat de excuses worden uitgesteld. Gehaaste excuses waarbij er geen gelegenheid is om een gepaste ceremonie op te zetten, is volgens Rickets niet waar de bevolking op zit te wachten. “Men kijkt ernaar uit om gesprekken te voeren en de ruis weg te halen die er is ontstaan. We willen gezamenlijk een dag bepalen waar beide partijen het over eens zijn”, aldus Rickets.
Onderzoek: Nederlandse staat en Oranjes op grootschalige wijze betrokken bij slavernij
De Nederlandse staat was “doelbewust, langdurig en structureel” betrokken bij slavernij in de voormalige koloniën. De gevolgen en doorwerkingen daarvan zijn in Nederland en wereldwijd nog altijd merkbaar, concluderen onderzoekers…