Er zijn tal van scholen waar talent wordt geholpen om zich verder te ontwikkelen. Maar het Johan Cruyffcollege in Roosendaal is er speciaal voor opgericht. Jonge talenten volgen er een volwaardige mbo-opleiding die is aangepast aan hun topsportprogramma. De school is in 2008 geopend door Johan Cruijff zelf en bestaat dus nu veertien jaar. Hét nummer dat bij Cruijff hoort en daarom is het feest op de school. “Ik heb van Johan geleerd dat je moet denken in mogelijkheden, dat je soms eigenwijs moet zijn om een student te helpen, terwijl dat eigenlijk niet kan”, zegt directeur Herman Kruis bij Omroep Brabant. “Dat is het typische Cruijffiaanse van hier.” “Ik heb hier mijn studie gedaan en daarnaast het maximale uit mijn carrière kunnen halen. Dat was een stuk moeilijker geweest op een reguliere opleiding”, zegt oud-profrenner Moreno Hofland (30), die een opleiding commerciële economie op de school deed. “Je merkt dat mensen hier supergedisciplineerd en competitief zijn. Dat zijn eigenschappen waarin je elkaar vindt en ook helpt.” Johan Cruijff overleed in 2016, maar Hofland heeft hem twee keer ontmoet tijdens zijn schooltijd. “De manier waarop hij dingen kon uitleggen was ontzettend inspirerend en motiverend.” “Cruijff was altijd zeer betrokken bij de studenten. Hij had niks met bobo’s”, stelt directeur Kruis, zelf voormalig bondscoach van het vrouwenhockeyteam. Juist de combinatie van de maatschappelijke- en sportcarrière is volgens hem belangrijk. “Het is niet iedereen gegeven om de top te bereiken. Slechts tien procent slaagt hierin. Maar ook de weg er naar toe is ongelofelijk waardevol voor de rest van je leven.” Topkarateka Ruby Goedhart (17) uit Dordrecht is één de 180 huidige studenten op het college. “Mensen vinden het altijd bijzonder wanneer ik zeg dat ik op het Johan Cruyff College zit. Zelf vind ik het ook heel cool. Vroeger wist ik niet zoveel over Johan Cruijff, maar inmiddels natuurlijk wel. Hierna wil ik nog een opleiding fysiotherapie doen.” Herman Kruis is sinds de start aan de opleiding verbonden. “Ik denk dat dit concept nog heel lang blijft bestaan. We zijn nog steeds bezig om het verder te ontwikkelen”, zegt hij. “Zo hebben we nu ook twaalf studenten in het buitenland.” Handballer Niels Versteijnen van het Nederlands team bijvoorbeeld. Maar ook basketbalster Carlice Poelstra die in Duitsland speelt. “We proberen zoveel mogelijk maatwerk te leveren en met het moderne onderwijs kan dat”, aldus Kruis. Dat de directeur (66) ook met pensioen zou kunnen, komt eigenlijk niet bij hem op. “Ik denk dat ik nog zo’n twee jaar doorga. Jonge ambitieuze mensen met een droom verder helpen, blijft waanzinnig om te doen. Dat is ook het gedachtegoed van Johan Cruijff.”