In de Biesbosch zijn gisteren 62 kraanvogels geland. Ze bleven de hele nacht en vlogen vanmorgen vroeg weer weg. “Dat ze stoppen in Nederland gebeurt al niet vaak. Maar dat ze in het westen aan de grond gaan met zo’n grote groep en de nacht doorbrengen, is echt heel bijzonder”, zegt Harm Blom, boswachter in het gebied. Een vogelaar ontdekte de grote groep in de middag en deelde dat in een WhatsApp-groep met andere vogelliefhebbers. Er kwamen daarna vogelspotters en boswachters naar het gebied toe. Ook Blom klapte direct zijn laptop dicht om erheen te gaan. “En dan kom je daar aan en zie je zulke mooie, prachtige vogels. Dat was echt even genieten. Het is echt uniek voor de Biesbosch”, zegt hij tegen Omroep Brabant. Rond 07.15 uur vlogen ze weer weg, richting Zuid-Holland. De kraanvogeltrek is in volle gang. Die is eind februari en begin maart. “Dan vliegen ze massaal naar het noorden vanuit de overwinteringsgronden in Spanje en Frankrijk, via Duitsland en de Ardennen.” De kraanvogels zijn onderweg naar hun broedgebieden in Scandinavië, de Baltische staten, Polen en Duitsland. Dat de kraanvogels in Nederland, en dan ook nog eens in het westen van het land, stoppen, is volgens de boswachter uniek. “Bij rare weersituaties kunnen ze weleens uit koers raken. De koude wind, regen of sneeuw heeft ze tegengehouden. Die houdt ze aan de grond. Deze beesten hebben gebuffeld in de lucht om België door te komen. Ze waren gewoon moe van de sneeuw en de tegenwind.” In de Biesbosch hebben ze geslapen, zich gewassen en gedronken. Volgens boswachter Blom is het stiltegebied in de Biesbosch een perfecte plek voor kraanvogels. “Ze zaten in de Noordwaard. Dat is open, met ondiep water en absolute rust.” Blom is dolblij met de komst van de kraanvogels. “Ik ben behoorlijk fan. Noem me gerust een kranofiel,” zegt hij lachend. “Het kleeft aan mij. Als klein ventje werd ik ooit een keer verrast in het westen door een groep die overvloog. Sindsdien ben ik verkocht.”