Het is in opkomst: huizen die grotendeels in een fabriek worden gebouwd en op locatie alleen nog ‘in elkaar gezet’ hoeven te worden. Woningcorporaties vinden zelfs dat zulke huizen nog sneller neergezet zouden kunnen worden als de regels veranderen. Nu bepaalt iedere gemeente afzonderlijk of een woning veilig genoeg is en dus in die gemeente gebouwd mag worden. Dat geldt ook voor fabriekswoningen, ook als er in verschillende gemeenten precies dezelfde woning wordt neergezet. Daarom wil Aedes, de koepelorganisatie van woningcorporaties, dat fabriekswoningen een veiligheidskeurmerk krijgen dat landelijk geldt. “Vergelijk het met een auto: wanneer het model door de RDW is goedgekeurd, dan mag je daarmee overal in ons land de weg op”, zegt Aedes-voorzitter Martin van Rijn bij de opening van een woningfabriek van het bedrijf Barli in Uden. “Zo zou het ook met fabrieksklare woningen moeten. Er zou één landelijke toets moeten komen, waarna de woningen overal geplaatst kunnen worden.” Het nieuwe kabinet wil dat er jaarlijks 100.000 woningen bijkomen om het woningtekort op te lossen. Ongeveer een kwart daarvan moeten de corporaties bouwen. “Maar we worden geconfronteerd met nieuwe problemen: almaar stijgende bouwprijzen en de dreiging dat stikstof de woningbouw op slot zet”, zegt Van Rijn. Zo is het woningtekort ontstaan: Volgens Aedes leidt fabrieksbouw tot minder CO2-uitstoot dan bouw op locatie en is het ook goedkoper. “Maar de gemeentelijke bouwplantoetsing staat grote aantallen en snelheid nog in de weg. De vergunningsaanvraag is duur en tijdrovend. Woningen uit de fabriek kunnen helpen om veel sneller te bouwen”, aldus Van Rijn.
BinckBank krijgt boete van half miljoen omdat beleggers te veel risico liepen
Beleggersplatform BinckBank is door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) beboet omdat het consumenten twee jaar lang niet genoeg toetste op kennis van beleggen. Daardoor konden klanten hun geld steken in…