Het kabinet vindt dat er volgend jaar geen atleten uit Rusland of Belarus mogen meedoen aan de Olympische Spelen in Parijs. Minister Helder voor Sport schrijft aan de Tweede Kamer dat ze het eens is met een soortgelijke oproep door de Tweede Kamer. Helder heeft vanmiddag met collega-ministers uit onder meer de Europese Unie, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk digitaal vergaderd over de kwestie. Daaraan deed ook de Oekraïense president Zelensky mee. Die hield de anderen voor dat deelname van sporters uit Rusland en Belarus een aanval zou zijn op de Olympische waarden en de oorlog in Oekraïne zou normaliseren. Dat standpunt kreeg veel bijval. Binnenkort komen de deelnemende landen waarschijnlijk met een gezamenlijk standpunt. De Britse voorzitter van het overleg benadrukte dat het belangrijk is om over dit onderwerp eenheid uit te stralen. De Litouwse minister van Sport stelt dat 35 landen, waaronder de VS en Duitsland, de Russische en Belarussische sporters inmiddels willen weren. Premier Rutte had het op zijn wekelijkse persconferentie over een “signaal van fatsoen en het trekken van grenzen”. Hij vindt dat sport en politiek in het algemeen van elkaar gescheiden moeten blijven, maar in dit geval niet: “Oorlog is terug in Europa, op deze schaal is dat sinds 1945 niet voorgekomen, met duizenden doden. Ik vind niet dat je in zo’n geval kan zeggen: wij zwijgen en we zien wel wat er gebeurt.” Marc van den Tweel, algemeen directeur van NOC*NSF, reageerde in Langs de Lijn En Omstreken op de berichtgeving. Beluister zijn reactie in de video hieronder. Het Internationaal Olympisch Comité heeft eerder deelname van Russen en Belarussen niet uitgesloten. Dat zou dan onder neutrale vlag moeten gebeuren. Maar het Nederlandse kabinet en veel andere landen zijn het daar dus niet mee eens. Helder erkent in haar brief aan de Kamer wel dat het een besluit van het IOC is en dat het kabinet geen middelen heeft om dat tegen te gaan. NOC*NSF is teleurgesteld dat het kabinet al een standpunt heeft ingenomen. De olympische sportbond had het beter gevonden als de politiek een ‘verkenning’ van het IOC over het al dan niet toelaten van Russische en Belarussische sporters had afgewacht. “Vanuit het gedachtengoed van de olympische beweging onderschrijven wij het uitgangspunt dat elke sporter de mogelijkheid moet krijgen zijn of haar sport te beoefenen zonder daarbij belemmerd te worden door de politieke situatie in het land van herkomst”, aldus NOC*NSF. “Deelnemen aan internationale wedstrijden onder neutrale vlag kan daarbij uitkomst bieden. De moeilijke positie van individuele sporters die ongewild betrokken worden bij politieke conflicten, verdient aandacht en zorg.”