Een kwart van de jongvolwassenen in Nederland lijdt aan overgewicht, bij 7 procent is er zelfs sprake van ernstig overgewicht (obesitas). Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het percentage kinderen en jongeren met overgewicht is de afgelopen jaren toegenomen. In 2014 had 15 procent van de 2- tot 25-jarigen overgewicht, in 2022 was dat 17 procent. Van de jongvolwassenen, tussen de 18 en 25 jaar, was 21 procent in 2014 te zwaar en in 2022 was dat 25 procent. Het aandeel jongeren met obesitas is sinds 2014 gelijk gebleven. Herkomst en opleidingsniveau van ouders lijken een belangrijke rol te spelen. Zo komt obesitas drie keer zoveel voor bij kinderen tot 12 jaar van wie de ouders maximaal een vmbo-opleiding hebben afgerond als bij kinderen met ouders met een afgeronde hbo- of universitaire studie. Ook bij kinderen met minstens één ouder met obesitas komt (ernstig) overgewicht vaker voor. Jongeren (2- tot 25-jarigen) met een herkomst buiten Europa hebben met 24 procent vaker overgewicht dan jongeren met een Nederlandse herkomst (15 procent). Jongens en meisjes hebben overigens ongeveer even vaak overgewicht. Verder beweegt een groot deel van de jongeren met overgewicht te weinig, stelt het CBS. Jongeren van 12 tot 18 jaar met overgewicht voldoen het minst vaak aan de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad: slechts 29 procent doet dat. Volgens die richtlijn is het gezond voor kinderen tot 12 jaar om minimaal een uur per dag aan “matig intensieve inspanning” te doen, zoals fietsen en lopen.
Meer immigranten naar Nederland, vooral door oorlog Oekraïne
Het afgelopen jaar zijn er meer migranten naar Nederland gekomen dan in 2021. In totaal kwamen er in 2022 zo’n 403.000 mensen naar Nederland, tegenover 298.000 het jaar ervoor. Daarmee…