President Recep Tayyip Erdogan blijft nog vijf jaar langer aan het roer in Turkije, na verkiezingen die voor het eerst in twintig jaar zijn greep op de macht leken te bedreigen. De zware economische crisis, corruptieschandalen en het groeiende anti-vluchtelingensentiment leverden oppositieleider Kemal Kilicdaroglu een grote aanhang op. Maar de meerderheid van de stemmen ging toch naar Erdogan. Wat betekent dit voor Turkije? We zetten de vijf belangrijkste vragen op een rij. Erdogans belangrijkste uitdaging is het aanpakken van de belabberde staat van de economie. In Turkije is al tijden sprake van een torenhoge inflatie van nu meer dan 40 procent en een munt die ten opzichte van buitenlandse valuta steeds minder waard wordt. De economische crisis leidt tot een toename van de armoede in het land. In de verkiezingscampagne bleef Erdogan vaag over zijn plannen. De verwachting is dat hij gaat vasthouden aan zijn controversiële economische ideeën. Erdogan weigert de rente te verhogen om de inflatie omlaag te krijgen. Volgens economen is juist dat de oorzaak van alle problemen. Als Erdogan voet bij stuk houdt, is de vrees dat de koopkracht van Turken verder achteruitgaat. Erdogan zelf zegt dat dat zijn prioriteit ligt bij het verlagen van de inflatie. Hoe hij dat wil doen, is nog niet duidelijk. Migratie is Erdogans achilleshiel en daar heeft de oppositie tijdens de verkiezingen gebruik van proberen te maken. Waar Erdogan tien jaar geleden de deur openzette voor miljoenen Syrische vluchtelingen, voerde Kilicdaroglu in aanloop naar de tweede ronde een harde anti-migratiecampagne, gericht op nationalistische stemmen. Hij sprak daarmee een breed sentiment in de samenleving aan. Kilicdaroglu beloofde dat miljoenen Syriërs terug naar huis gaan als hij president zou worden. Dat voerde voor Erdogan de druk op om iets te doen aan het Turkse asielbeleid en leidde zelfs tot het herstel van diplomatieke banden tussen Syrië en Turkije na meer dan tien jaar. Erdogan wil in Noord-Syrië een miljoen vluchtelingen huisvesten in een gebied dat onder controle staat van het Turkse leger. De aangehaalde diplomatieke banden zouden dit mogelijk kunnen maken. Ondanks dat ook Erdogan kiezers beloofde dat vluchtelingen zullen vertrekken uit Turkije, voelt het merendeel van de Syriërs zich beter beschermd door Erdogan dan door de oppositie. Er zijn naar schatting 200.000 Syriërs met een Turks paspoort, van wie de meesten waarschijnlijk op Erdogan hebben gestemd. De economische problemen van de afgelopen paar jaar hebben het antivluchtelingensentiment versterkt. Syriërs hebben te maken met xenofobie, uitsluiting en zelfs geweld. Ook dat wordt voor Erdogan een grote uitdaging. Nooit eerder kwam de oppositie zo dicht bij landelijke overwinning op Erdogan. Hoewel hij met ruim twee miljoen stemmen meer geen ruimte overliet voor twijfel over de uitslag, vertegenwoordigt de oppositie bijna de helft van de Turken. Dat het politieke toneel in Turkije aan het veranderen is, werd al duidelijk bij de lokale verkiezingen in 2019. Toen greep de oppositie de macht in Istanbul, Ankara en andere grote steden in het westen van Turkije. In die drie grootste steden (Istanbul, Ankara en Izmir) zitten sinds een paar jaar burgemeesters van de oppositiepartij van Kilicdaroglu. In kleinere steden en het uitgestrekte binnenland is en blijft Erdogan populair. In zijn overwinningsspeech gisteravond haalde Erdogan uit naar de oppositie en beschuldigde hij Kilicdaroglu ervan de kant van terroristen te kiezen. Tegelijk zei hij dat hij alle geschillen achter zich wil laten en zich wil “verenigen achter nationale waarden en dromen”. Erdogan hintte er gisteravond ook op dat hij de ambitie heeft om Istanbul terug te winnen van de oppositie. Volgend jaar zijn er weer lokale verkiezingen. “Zijn jullie klaar om Istanbul te winnen?”, vroeg hij het publiek tijdens zijn overwinningsspeech. Erdogans populariteit is met name groot bij conservatieve Turken. Erdogan was de leider die een einde maakte aan een omstreden verbod op het dragen van een hoofddoek op universiteiten en kantoren. Daar zijn velen hem dankbaar voor. In die groep wordt Erdogan gezien als de bewaker van de religieuze vrijheid. Dat was heel anders in de periode voor hij aan de macht kwam. Er is angst dat zo’n hoofddoekverbod terugkomt als de seculiere oppositie aan de macht komt, ook al heeft Kilicdaroglu duidelijk gezegd dat religieuze vrijheid beschermd zal worden. Critici zijn minder blij met de overwinning. De vrijheid van meningsuiting en persvrijheid staan onder druk. Zo is vorig jaar een wet aangenomen waarmee het verspreiden van wat wordt beschouwd als desinformatie bestraft kan worden met een maximale celstraf van drie jaar. Ook klinkt er kritiek op het verloop van de verkiezingen. Hoewel die vrij waren, vonden ze plaats op een ongelijk speelveld, zegt onder meer de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Erdogan gebruikte middelen van de staat en staatsmedia om stemmen voor zich te winnen. Mensen in het rampgebied van de verwoestende aardbevingen in februari hebben overwegend op Erdogan gestemd. En dat terwijl er na de ramp een golf van kritiek kwam op de trage reactie van de Turkse crisisdienst en andere instanties. Later kwam ook woede los over corruptie in de bouwsector en gebrekkige controle op bouwvoorschriften, waardoor het mogelijk was dat zo veel gebouwen instortten. Maar Erdogan bleef populair bij een meerderheid van de kiezers in het rampgebied, en bij sommigen won hij het vertrouwen terug.
Turkse partijen vechten ook om Turkse kiezer in Duitsland
Het lijkt erom te gaan spannen wie er zondag bij de Turkse presidents- en parlementsverkiezingen de meeste stemmen behaalt. Dat betekent dat de partijen ook in de gunst proberen te…