Het stelsel waarin bedreigde politici, rechters, advocaten en journalisten worden beveiligd, dreigt onhoudbaar te worden. Er worden door een gebrek aan personeel, materieel en opleiding zelfs onnodige risico’s genomen. Dat blijkt uit onderzoek van de gezamenlijke onderzoeksredactie van Nieuwsuur en de NOS. Uit een reconstructie gebaseerd op gesprekken met diverse betrokkenen (onder meer de politie en mensen die worden beveiligd) rijst een alarmerend beeld op. En dat heeft grotendeels te maken met de enorme toename van te beveiligen personen. Toen het stelsel Bewaken en Beveiligen na de moord op Pim Fortuyn in 2002 werd opgetuigd, was er een groep van minder dan tien personen die continu persoonsbeveiliging nodig had. Nu schommelt dat cijfer tussen de 80 en 130. En dat heeft alles te maken met de dreiging vanuit de georganiseerde misdaad. Edwin Bakker, hoogleraar veiligheid aan de universiteit van Leiden, onderzocht hoe andere landen (Denemarken, VK en Italië) bedreigde personen beschermen. Volgens Bakker komt het geweld waar we nu in Nederland mee te maken hebben – de moorden op Peter R. de Vries, advocaat Derk Wiersum en familie van een kroongetuige – nergens anders voor. “Het roept de vraag op in hoeverre we zelf wel zien dat er sprake is van een exceptionele situatie.” “Men kijkt met ongeloof naar Nederland”, merkte Bakker tijdens zijn onderzoek. “De modus operandi van met name de georganiseerde misdaad om rücksichtslos allerlei mensen rond een bepaald persoon te bedreigen, maakt dat het voorstelbaar is dat je in beeld bent bij deze criminelen. En daardoor is het aantal mensen dat je moet beveiligen enorm toegenomen”, zegt Bakker. De capaciteit om deze groep te beveiligen blijkt telkens amper toereikend. Naast de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging, die regelmatig wordt bijgestaan door de marechaussee, zijn er na de moord op de broer van de kroongetuige in het grote strafproces tegen Ridouan Taghi 300 politieagenten uit de regiokorpsen ingeschakeld om te helpen bedreigde personen te beveiligen. Aanvankelijk voor een jaar, maar inmiddels worden zij al bijna vier jaar dag en nacht ingezet. En dat verloopt bepaald niet vlekkeloos. In een brandbrief van de vier politiebonden aan minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid luiden deze politiemensen nu de noodklok. Ze moeten soms rijden in ongepantserde auto’s, hebben gebrek aan informatie, en er is geen tijd voor een goede rijopleiding. “Dit is wachten op fouten en ongelukken”, zo zeggen de politiemensen in de brief. Jan Struijs van de Nederlandse Politiebond begrijpt de kritiek van die politiemensen die zich vaak zelf ook niet veilig voelen, heel goed. “Dat is een omissie van de politiek, het kabinet en de minister en de sturing hierop. Als er drie mensen worden vermoord en de politie krijgt te horen uit de politiek dat er nu geld gaat komen en dat je dan drie, vier jaar later nog steeds de tering naar de nering moet zetten. Ja, dan word je boos. En dan krijg je dit soort opmerkingen.” De krappe capaciteit heeft het afgelopen jaar ten minste twee keer geleid tot beperkingen in de bewegingsvrijheid van de beveiligde personen. In een mailbericht van februari 2022, dat de NOS en Nieuwsuur hebben ingezien, wordt aangekondigd dat er vanwege de toename van personen in de persoonsbeveiliging en corona minder beveiliging beschikbaar is. “Hierdoor is er thans een punt bereikt waarop niet langer altijd volledig kan worden voorzien in de uitvoering van alle te beveiligen momenten”, zo staat in het bericht van het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Volgens hoogleraar Bakker moeten er, vanwege de grenzen aan de capaciteit, duidelijke besluiten worden genomen over het moment dat beveiliging weer kan worden beëindigd. En dat is makkelijker gezegd dan gedaan, ziet Bakker. “Wie durft er in de huidige omstandigheden, na de moord op Peter R. de Vries bijvoorbeeld, nog een restrisico te nemen? Om te zeggen: ‘stop met die beveiliging’, daar is op dit moment heel weinig ruimte voor.” Wetenschapper en columnist Afshin Ellian wordt al twintig jaar streng beveiligd, vanwege dreiging uit islamitische hoek. Hij herkent de capaciteitsproblemen en de rommelige afstemming in het stelsel. Het irriteert hem, omdat een goede beveiliging wezenlijk is voor een democratische rechtsstaat. “Als je alle democratische principes bekijkt, ben je verplicht als Staat om mensen te beveiligen. Je moet een lezing kunnen geven en naar bijeenkomsten kunnen gaan. Ik heb eerlijk gezegd altijd het gevoel gehad dat de beveiliging als een gunst werd gezien”, vertelt hij. “Maar je moet niet in die termen denken. Het is een verplichting. Ze zijn er om dit te doen. waarvoor heb je de Staat dan?”
Meer immigranten naar Nederland, vooral door oorlog Oekraïne
Het afgelopen jaar zijn er meer migranten naar Nederland gekomen dan in 2021. In totaal kwamen er in 2022 zo’n 403.000 mensen naar Nederland, tegenover 298.000 het jaar ervoor. Daarmee…