De parlementsverkiezingen in Hongarije vandaag worden ook in Brussel met meer dan normale belangstelling gevolgd. Het is geen geheim dat de meeste EU-diplomaten en -ambtenaren premier Viktor Orbán liever zien gaan dan komen. Al jaren is zijn beleid hen een doorn in het oog. “Waarom stap je niet op uit de Europese Unie?”, beet Mark Rutte zijn Hongaarse ambtgenoot vorig jaar juni nog toe, nadat Orbán de zogenoemde anti-homowet invoerde. Die wet bepaalt onder meer dat er geen ‘reclame’ gemaakt mag worden voor homoseksualiteit aan minderjarigen. Deze wet is slechts een van de vele in Hongarije waar Brussel zich grote zorgen over maakt. Ook de corruptie met EU-gelden en de inperking van de onafhankelijke media en rechtspraak zitten een grote meerderheid van de EU-lidstaten dwars. De Europese Commissie stapte meermaals naar het Europese Hof van Justitie, omdat Hongarije in strijd met EU-recht zou handelen. Ook heeft de Commissie nog altijd het coronaherstelplan van Hongarije niet goedgekeurd. Daarin zit 7 miljard euro waar het land recht op heeft om de economische klappen van de coronacrisis op te vangen. Maar Brussel vreest dat het EU-geld terechtkomt bij Orbáns vrienden en weigert de plannen van Boedapest daarom te accorderen. Daarnaast begon Brussel een artikel-7-procedure tegen het land. Dat is een zware maatregel die genomen wordt als een lidstaat de rechtsstaat onvoldoende op orde heeft. Die strafprocedure kan er in theorie toe leiden dat een lidstaat het stemrecht in de EU ontnomen wordt. Maar dankzij onder meer steun van Polen zit er nog geen voortgang in die poging om Hongarije te dwingen zich aan de beginselen van de rechtsstaat te houden. Polen en Hongarije trokken de laatste jaren veel samen op. Zij aan zij vertolkten ze het conservatieve geluid uit het oostelijke deel van de EU. “Ze dreigen continu hun veto uit te spreken”, verzuchten veel EU-diplomaten steevast als het over het invoeren van EU-wetgeving gaat. “Zodra ergens het woord ‘gender’ staat, willen ze de wetgeving tegenhouden.” Ook spanden Hongarije en Polen vorig jaar een rechtszaak aan bij het Europese Hof voor Justitie in Luxemburg. Ze wilden voorkomen dat ze gekort zouden worden op de vele miljarden die ze ontvangen uit Brussel. Sinds vorig jaar heeft de Europese Unie de mogelijkheid om landen die niet voldoen aan de Europese afspraken over de rechtsstaat te korten op subsidies. Tot nu toe is dat niet gebeurd, ondanks herhaaldelijk aandringen van het Europees Parlement. De Europese Commissie liet eerder weten niet te willen ingrijpen vóór de verkiezingen in Hongarije, omdat dat gezien zou kunnen worden als Brusselse bemoeienis met die verkiezingen. Maar als de verkiezingen eenmaal achter de rug zijn, en Orbán opnieuw premier wordt, zal de Europese Commissie het instrument gaan inzetten, verwachten velen. Sinds de oorlog in Oekraïne zijn Hongarije en Polen geen beste vrienden meer. Beide landen grenzen aan het land in oorlog, maar hun opstelling ligt mijlenver uit elkaar. Polen is een van de felste voorstanders van verdergaande sancties tegen Rusland en Poetin, Hongarije vindt de sancties die er nu zijn voorlopig wel genoeg. Polen ziet verder wel wat in een coalitie van NAVO-landen die de Oekraïners ook militair zouden kunnen gaan steunen, Hongarije weigert wapens te leveren via zijn grondgebied aan buurland Oekraïne. In Brussel zijn ze niet rouwig om de groeiende afstand tussen de voormalige bondgenoten. De oorlog speelde ook een rol in de verkiezingscampagne in Hongarije. Orbán en Poetin onderhouden warme banden. Drie weken voor het begin van de oorlog bracht de Hongaarse premier nog een bezoek aan het Kremlin om goedkope gascontracten af te sluiten. Péter Márki-Zay, kandidaat van de verenigde oppositie en tegenstander van Orbán bij de verkiezingen, zet hem daarom stelselmatig neer als vriend van de Russische president. Wie op Orbán stemt, stemt op Poetin, wie op de oppositie stemt, stemt voor Europa, zegt hij. Zelf wil Márki-Zay inderdaad een heel andere kant op met Hongarije dan Orbán. Hij wil de euro invoeren en zegt pal te staan voor de EU-waarden. Dat zijn uitspraken waar ze in Brussel heel opgewekt van worden. Maar volgens de laatste peilingen lijkt het erop dat Orbáns partij Fidesz opnieuw de grootste kan worden. Als dat gebeurt, kan Orbán doorgaan als premier en zijn reputatie als kwelgeest van de EU hooghouden.
Anschlag in Magdeburg: Der Täter hat sein Ziel erreicht: Angst verbreiten
Indem er ihre Narrative verbreitete, bediente er die Agenda von Rechtsextremist:innen. Und sorgt so dafür, dass sich Migrant:innen unsicher fühlen. mehr…