Het aantal zweefvliegen op de Veluwe is sterk afgenomen. Daarmee lijkt een belangrijke bestuiver langzaam te verdwijnen. Een zorgwekkende ontwikkeling, waarschuwen ecologen. De hoeveelheid zweefvliegen in het natuurgebied is met 80 procent afgenomen, het aantal soorten met 44 procent. De oorzaak is volgens ecoloog Eelke Jongejans van de Radboud Universiteit in Nijmegen niet vastgesteld. “We weten natuurlijk wel wat de hoofdverdachten zijn: klimaatverandering, zure regen in de jaren 80, stikstof en pesticiden.” Bestrijdingsmiddelen en stikstof leiden ertoe dat de kwaliteit van bomen en planten achteruit gaat. Dat kan ook effect hebben op de hoeveelheid bladluizen. Beiden zijn een belangrijke voedselbron voor de larven van de zweefvlieg, stelt Jongejans. Het effect van de afname op de Veluwe is nog niet duidelijk, zegt Jongejans. Het Europees Parlement heeft wel gewaarschuwd dat bepaalde plantensoorten mogelijk verdwijnen zonder bestuivers, waar zweefvliegjes ook bij horen. Door van bloem naar bloem te vliegen, zorgen ze ervoor dat planten bevrucht raken. Ook mensen zijn afhankelijk van insecten die planten bestuiven. Frambozen, blauwe bessen, pompoenen en aardbeien zijn allemaal vruchten die niet kunnen groeien zonder dat de plant bevrucht is. Verder eten de larven van de zweefvlieg bladluis. Daarmee zijn het ook bestrijders van plaagdieren, die in de biologische tuinbouw worden ingezet om gewassen te beschermen. Zweefvliegjes hebben wat weg van wespen, bijen en hommels. De meeste zijn bruin of zwart met gele, oranje of witte strepen op het lijf. Het belangrijkste verschil met hommels en wespen is het aantal vleugels. Zweefvliegen hebben er twee, wespen en hommels vier. Ook hebben zweefvliegen geen taille, wespen (met hun wespentaille) wel. Een ander belangrijk kenmerk zijn de antennes (of voelsprieten) voorop hun kop. Die bestaan uit kleine knotsjes die niet kunnen bewegen. Hommels, bijen en wespen hebben lange antennen die wel bewegen, is te lezen op Dier en Natuurinfo. Veertig jaar lang heeft de Utrechtse ecoloog Aat Barendregt zo’n 250 keer een rondje van 3 kilometer gemaakt over een deel van de Veluwe. Hij deed dat met een net waarin hij insecten ving. In het begin vond hij daar tientallen soorten in. “Nu mag je blij zijn als er één of twee van die soorten in het net zitten”, zegt Barendregt tegen Trouw. De uitkomsten van het onderzoek op de Veluwe lijken op die van een onderzoek in Duitsland. In 2017 bleek dat in de Duitse natuur driekwart minder insecten leven dan 30 jaar daarvoor. Nederlandse ecologen zeiden toen al dat er geen reden is om aan te nemen dat het in de Nederlandse natuur beter gaat. Later onderzoek in De Kaaistoep in Noord-Brabant en Wijster in Drenthe bevestigde dat vermoeden. De afname van zweefvliegjes is niet alleen nadelig voor planten, het is ook slecht voor de diversiteit. Jongejans heeft hoop dat het tij nog te keren is. Ander onderzoek naar waterinsecten heeft aangetoond dat het aantal waterinsecten toeneemt als de waterkwaliteit verbetert. “Insecten kunnen zich redelijk snel voortplanten, dus de verwachting is dat ze terug kunnen veren.” Op dit moment wordt er hard gewerkt op de Veluwe om de effecten van stikstofuitstoot te bestrijden, zegt Jongejans. Maar er moet volgens hem ook gedacht worden aan het aanpakken van de bronnen van de uitstoot. Een zweefvliegje in actie:
Meer immigranten naar Nederland, vooral door oorlog Oekraïne
Het afgelopen jaar zijn er meer migranten naar Nederland gekomen dan in 2021. In totaal kwamen er in 2022 zo’n 403.000 mensen naar Nederland, tegenover 298.000 het jaar ervoor. Daarmee…