Van de landelijke partijen die meedoen aan de Provinciale Statenverkiezingen is BoerBurgerBeweging (BBB) met afstand het meest geworteld in de dorpen. Uit een analyse van alle kandidatenlijsten blijkt dat de helft van de kandidaten woont in een dorp met minder dan 5000 inwoners. Slechts 13 procent van de BBB-kandidaten komt uit een grote stad met meer dan 50.000 inwoners. Concurrent CDA blijkt aanzienlijk minder verbonden met het platteland: 36 procent komt uit een klein dorp, 21 procent uit de grote stad. De partij met de meest ‘stadse’ kandidaten is Denk: 84 procent woont in een stad met meer dan 50.000 inwoners, slechts één kandidaat komt uit een klein dorp. Ook de Partij voor de Dieren en Volt zijn sterk stadsgebonden, met respectievelijk 60 en 59 procent kandidaten uit een grote stad. D66, dat vaak verweten wordt de Randstad-elite te vertegenwoordigen, kent met 37 procent relatief weinig kandidaten uit grote steden. Bij de Statenverkiezingen kan gestemd worden op 6366 kandidaten, verdeeld over 45 partijen of partijcombinaties, van Alliantie tot VVD. Er doen twee keer zo veel mannen mee als vrouwen, maar heel exact is dat niet vast te stellen, omdat van ongeveer 10 procent onbekend blijft welk geslacht de kandidaat heeft. Forum voor Democratie vermeldt geen voornamen en geslacht, zodat we van de 385 kandidaten niet weten of het om mannen of vrouwen gaat. Van de landelijke partijen is de Partij voor de Dieren de enige partij met meer vrouwen dan mannen op de lijsten. Bij Volt zijn mannen en vrouwen in evenwicht en ook bij GroenLinks is het verschil niet groot, maar wel licht in het nadeel van de vrouwen. Dat de behoudend christelijke SGP de meest mannelijke partij is (93 procent man) zal niet verbazen. Opmerkelijker is wel dat de nog jonge partij JA21 zo’n mannenbolwerk is: 88 procent mannen tegen 12 procent vrouwen. Ook de PVV is tamelijk eenzijdig met 79 procent mannen, net als Denk (78 procent). Alle overige partijen zitten grofweg rond de landelijke verhouding van twee derde mannen, een derde vrouwen. Net als bij de gemeenteraadsverkiezingen domineren de traditionele Hollandse voornamen de kandidatenlijsten. Van de 6366 kandidaten heten er 115 Jan. Nog eens 81 mannen heten Jan-nog iets: Jan-Jaap, Jan-Willem, Jan-Dirk enzovoorts. Peter staat op twee met 81 kandidaten, daarna volgen Henk, Hans en Wim. De meest voorkomende vrouwennaam is Petra: zij staat met 25 kandidaten op plek 25. De hoogst genoteerde buitenlandse naam is Ali, maar van de vijf Ali’s zijn er maar drie met een migrantenachtergrond. De andere twee zijn vermoedelijk vrouwen met een Nederlandse achtergrond. Voor de volledigheid hebben we ook nog even gekeken naar de achternamen. De top drie bestaat uit De Vries (38x), Bakker (34x) en De Jong (33x). De verkiezingen voor de Provinciale Staten zijn dus op 15 maart. Waarover gaan de provincies, op welke thema’s valt er iets te kiezen? Een korte uitleg:
Primeur met BBB in Limburg: eerste provincie met coalitieakkoord
In de provincie Limburg is een coalitieakkoord bereikt. Vanavond presenteren de formateurs, informateurs en de onderhandelende partijen van BBB, VVD, CDA, PvdA en SP het akkoord, meldt de provincie. Ook…