Een internationaal team van wetenschappers is erin geslaagd minuscule wormpjes tot leven te wekken die 46.000 jaar in de Siberische permafrost bevroren zaten. Nadat ze voorzichtig waren ontdooid begonnen de diertjes weer te eten en plantten zich voort, melden de onderzoekers in vakblad Plos Genetics. De nematoden werden in 2018 40 meter onder de grond gevonden in Siberië. Koolstofdatering van de aarde waarin ze zaten, wees uit dat de diertjes moeten zijn bevroren toen mammoeten en neanderthalers nog rondliepen. De Universiteit van Keulen deed mee aan het onderzoek en filmde de diertjes: Niet eerder is het gelukt dieren na zo’n lange tijd weer uit hun extreme winterslaap te halen. Bij eerdere succesvolle pogingen ging het vooral om enkele tientallen jaren, zoals een beerdiertje dat na 30 jaar in het ijs weer tot leven kwam. Twee jaar geleden lukte het wel om een 24.000 jaar oud raderdiertje te ontdooien. Normaal leven de wormpjes ongeveer een maand. Wetenschappers kwamen erachter dat ze bevroren hun levensduur extreem kunnen verlengen als ze vlak voor ze bevriezen al iets uitdrogen. Daarbij maken ze suikers aan die hun dna en cellen helpen beschermen. Het gaat om een wormensoort die totaal onbekend was voor de wetenschap. Dat betekent dat de diersoort in de tussentijd wellicht is uitgestorven, al kan het ook zijn dat onderzoekers het piepkleine diertje tot nu toe nooit zijn tegengekomen. De wormen die in 2018 werden ontdooid, zijn inmiddels echt dood. Wel werden er door ongeslachtelijke voortplanting nieuwe exemplaren geboren, inmiddels al zo’n honderd generaties.
Vermiste hond steekt Beringzee over
In Alaska is een hond die al een maand vermist was weer opgedoken na een reis van 240 kilometer over het zee-ijs van de Beringzee. De 1-jarige Nanuq, een Australische…