Twee minderjarige jongens die vastzitten voor een dodelijke steekpartij in Middelburg worden door het Openbaar Ministerie verdacht van moord. Vandaag was een eerste voorbereidende zitting in de rechtbank in Middelburg. Omdat de verdachten minderjarig zijn is die achter gesloten deuren gehouden. Op zondag 9 januari werd een 15-jarige jongen neergestoken in Middelburg, op een grasveldje bij de Meanderlaan en De Overloper, in het zuidoostelijke deel van de Zeeuwse hoofdstad. Hij werd zwaargewond gevonden met een aantal steekwonden. Drie dagen later overleed het slachtoffer in het ziekenhuis. Op diezelfde dag werden twee jongens aangehouden. Het gaat om een jongen van 15 uit Steenbergen en een 16-jarige jongen uit Rilland, die inmiddels 17 is. De verdachten werden na de steekpartij gezocht door de politie, maar arrestatiepogingen mislukten. Uiteindelijk ontdekten agenten de twee in een woning, waarna het alsnog lukte om ze op te pakken. De volgende zitting in de zaak is 21 juni. Volgens het AD gaat het om twee broers. Het OM spreekt dat niet tegen, maar kan het ook niet bevestigen. Ze worden verdacht van ‘moord in vereniging’, dat wil zeggen dat ze nauw en bewust hebben samengewerkt. Beide verdachten hoeven bij deze verdenking niet dezelfde rol te hebben gespeeld. Omdat de verdachten minderjarig zijn vallen ze onder het jeugdstrafrecht. Dat betekent dat ze vanuit een pedagogische aanpak worden benaderd, is te lezen op de website van rechtspraak.nl. Het uitgangspunt is dat het bij jonge verdachten vaak nog mogelijk is om hun gedrag bij te sturen. Verdachten die jonger zijn dan 16 kunnen maximaal een jaar jeugddetentie krijgen. Verdachten van 16 en 17 gaan maximaal 2 jaar de jeugdgevangenis in als ze veroordeeld worden binnen het jeugdstrafrecht. Bij die laatste groep kan een rechter ook besluiten om het volwassenenstrafrecht toe te passen. Dat gebeurt bijvoorbeeld als de rechter vindt dat een jeugdstraf niet passend is voor de geestelijke ontwikkeling van een verdachte. Een andere reden kan zijn dat het misdrijf te ernstig wordt bevonden voor het jeugdstrafrecht. Als een verdachte psychische klachten of een ontwikkelingsstoornis heeft, en de kans op herhaling groot, is kan de rechter een zogeheten PIJ-maatregel opleggen. Dat wordt in de volksmond ook wel jeugd-tbs genoemd. De veroordeelde jongeren zitten dan minimaal 3 jaar in een justitiële jeugdinrichting. Een rechter beslist daarna of de straf verlengd wordt. Dat kan tweemaal met 2 jaar tot een maximum van 7 jaar. De maatregel kan daarna omgezet worden in tbs.