Vredesactivist Mient Jan Faber, die vandaag op 81-jarige leeftijd overleed, was het schoolvoorbeeld van een conservatieve christen die later links werd. Hij was een meeslepend spreker, waarin kenners van het gereformeerde milieu nog duidelijk de gereformeerde jongeling hoorden die hij ooit was geweest. In het begin van de jaren 80 was hij hét boegbeeld van de kerkelijke vredesbeweging. Hij was de grote man achter de vredesdemonstraties op het Museumplein in Amsterdam in 1981 en op het Malieveld Den Haag in 1983. Daar kwamen 400.000, respectievelijk 550.000 mensen op af, waarmee het de grootste demonstraties in de Nederlandse geschiedenis waren. Het was een tijd van massale en soms heftige angst voor kernwapens. De spanningen tussen de Sovjet-Unie en de VS liepen hoog op. Minstens een derde van de bevolking dacht dat er binnen tien jaar een allesverwoestende kernoorlog zou uitbreken. Velen zagen de Amerikaanse president Reagan, door links Nederland gezien als een schietgrage cowboy, als de schuldige. Faber trad op als de leider van het verzet tegen de kernwapens. De nu vrijwel vergeten vredesactivist was bijna dagelijks op televisie. De grote demonstraties waren gericht tegen een besluit van de NAVO uit 1979. De NAVO besloot tot plaatsing van 572 nucleaire middellangeafstandsraketten in Europa, als antwoord op de plaatsing van SS-20’s door de Sovjet-Unie. Vooral de Duitse bondskanselier Schmidt vond dat er een antwoord moest komen op die Russische nucleaire raketten met een bereik tot 5000 kilometer. Van de 572 Amerikaanse middellange afstandsraketten zouden 48 kruisraketten gestationeerd moeten worden in Woensdrecht. Door het verzet van de linkse oppositie en een deel van het CDA kon het kabinet jarenlang niet tot een plaatsingsbesluit komen. En dat was des te moeilijker door het massale verzet tegen de kernwapens dat Faber wist te mobiliseren. Weinigen zullen destijds hebben geweten dat Faber aan het eind van de middelbare school had overwogen naar de Koninklijke Militaire Academie te gaan. Als hij dat had doorgezet, had Nederland mogelijk nooit van hem gehoord. Hij groeide op in een gereformeerd gezin met zes kinderen in Coevorden. Ze gingen tweemaal per zondag naar de kerk en zongen tussendoor thuis psalmen bij het huisorgel. Bij de gereformeerde knapenvereniging leerde Mient Jan al vroeg in het openbaar te spreken en te discussiëren. Omdat hij heilig geloofde in “God, Nederland en Oranje” overwoog hij beroepsmilitair te worden, maar hij ging wiskunde studeren aan de toen nog gereformeerde Vrije Universiteit in Amsterdam. Een deel van de elite in de gereformeerde wereld werd in de jaren 60 vrijwel van het ene moment op het andere progressief, met veel compassie voor de Derde Wereld en de zwakkeren in de samenleving. Faber ging daar enthousiast in mee. Via de gereformeerde kerk in Amstelveen raakte hij betrokken bij de ontwikkelingssamenwerking. Na zijn promotie als wiskundige vond hij daar ook zijn werk. Parttime ging hij ook werken voor het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV). Hij zag dat als “een baantje tussendoor”, maar bleef er tientallen jaren de leidende figuur. Het kerkelijk leven bloeide toen nog veel meer dan tegenwoordig en daardoor wist het IKV flink wat mensen te mobiliseren. Het IKV drong door in het hele land, en was in plattelandsgemeenten vaak de eerste actiegroep. In 1975 deed de overgrote meerderheid van de gereformeerde dominees en katholieke priesters mee aan de door het IKV jaarlijks georganiseerde ‘vredesweek’. Faber was niettemin ontevreden. Hij vond het allemaal veel te vrijblijvend. Daarom ontwikkelde hij een plan om het helemaal anders te doen. Het IKV zou zich moeten richten op een concreet politiek doel. Dat leidde tot de actie met de leus ‘Help de kernwapens de wereld uit, te beginnen bij Nederland’. Het idee was dat een Nederlands initiatief tot nucleaire ontwapening kon bijdragen aan vermindering van het wantrouwen tussen Oost en West en daarmee kon helpen de ‘bewapeningsspiraal’ te doorbreken. Faber probeerde politieke partijen ertoe te bewegen zich achter de actie te stellen, en riep sympathisanten op ‘kernen’ te vormen, om de maatschappij ‘van onderop’ te bewerken. De campagne voor een kernwapenvrij Nederland kreeg veel steun – veel gemeenten verklaarden zich ‘kernwapenvrij’ – maar Faber vond dat het niet genoeg opschoot. Hij ergerde zich omdat hij met zijn argumenten de grote politieke partijen niet overtuigde. Daarom besloot hij dat de vredesbeweging via een grote demonstratie tegen het NAVO-besluit ‘macht moest tonen’. Hij slaagde erin de PvdA over te halen mee te doen, hoewel die partij bij de formatie van het tweede kabinet-Van Agt het NAVO-dubbelbesluit had geaccepteerd. De omvang van de demonstratie overtrof alle verwachtingen. Politiek leverde het echter weinig op. Daarom organiseerde Faber twee jaar later nog zo’n demonstratie. Er deden nog meer mensen mee, maar uiteindelijk verloor de vredesbeweging het gevecht tegen de kruisraketten toch. Het kabinet besloot in 1985 tot plaatsing. Toch kwamen de kernwapens nooit in Woensdrecht, omdat kort daarna president Reagan – de boosdoener in de ogen van Faber en de zijnen – met Sovjetpresident Gorbatsjov overeenkwam alle middellange afstandsraketten te vernietigen. Faber had zich inmiddels gestort op contacten met dissidenten in Oost-Europa. Later was hij juist voor militair ingrijpen tegen wrede dictators. Daarom steunde hij de Amerikaanse invasie in Irak, in 2003. Het leidde tot zijn breuk met het IKV. Gereformeerd is hij altijd gebleven: in datzelfde jaar 2003 vertelde hij aan dagblad Trouw: “‘s Avonds na het eten lees ik met mijn vrouw een stuk uit de Bijbel. We zijn nu bij de profeet Jesaja, dat zijn 56 hoofdstukken vol van de wrekende God. Dat leert me veel over de werkelijkheid van het Midden-Oosten. Uit die realiteit haal ik mijn inspiratie.”
Schiphol en Rotterdamse haven willen via de rechter meer 5G-ruimte afdwingen
Luchthaven Schiphol en het Havenbedrijf Rotterdam spannen een rechtszaak aan tegen de overheid vanwege de verdeling van frequenties voor 5G, bevestigt een woordvoerder van Schiphol naar aanleiding van berichtgeving in…