Nederlanders gooiden gemiddeld vorig jaar per persoon ruim 33 kilo aan voedsel weg. Dat is bijna een kilo minder dan bij de vorige meting in 2019, blijkt uit onderzoek van het Voedingscentrum. De daling stagneert wel, bij de vorige meting was de verspilling bijna 7 kilo per persoon minder geworden. Voor het onderzoek, dat elke drie jaar wordt gehouden, is via steekproeven in dertien gemeenten het vuilnis van 130 huishoudens en het gft-afval van 110 huishoudens onderzocht. Daaruit bleek dat brood en deegwaren het meest worden weggegooid. Ook groente, fruit, aardappelen en zuivel belanden vaak in de kliko. Deze productgroepen waren goed voor meer dan de helft van de Nederlandse voedselverspilling. Het voorkomen van voedselverspilling speelt een grote rol bij het tegengaan van klimaatverandering. In 2030 moet de verspilling zijn gehalveerd ten opzichte van 2015. In 2030 zou dan jaarlijks maximaal 21,6 kilo eten per persoon moeten worden weggegooid. Nederland ligt op schema om dat doel te halen, maar dan moet de daling niet verder afvlakken. NOS op 3 legt uit wat de impact is van voedselverspilling en wat je ertegen kunt doen: Het Voedingscentrum is blij dat er minder eten is verspild, maar maakt zich zorgen over de stagnatie. “Er is nog een hoop ruimte voor verbetering en er moet nog veel gebeuren om de doelstelling te halen”, zegt expert duurzaam eten Lilou van Lieshout. “Maar als we allemaal 250 gram voedsel per week minder weggooien, zijn we er al.” Er is niet onderzocht waarom de verspilling minder hard afneemt dan voorheen, maar het Voedingscentrum heeft wel een vermoeden. “De makkelijkste winst is inmiddels behaald en er is nu complexer gedrag nodig om de verspilling verder terug te dringen”, zegt Van Lieshout. “Er is niet één actie die ondernomen kan worden, de oplossing ligt juist in een combinatie van gewoontes.” Met dat soort gewoontes houdt Elisah Pals zich bezig. Zij is oprichter van Zero Waste Nederland, een organisatie die zich inzet voor het verminderen van afval en het tegengaan van voedselverspilling. Volgens haar begint het tegengaan van verspilling in de supermarkt. “Vaak kopen we meer dan we nodig hebben omdat er bijvoorbeeld een aanbieding is, of we doen inkopen terwijl we honger hebben. Het kan heel erg helpen om vooraf een boodschappenlijstje te maken, en je daaraan te houden.” Het is volgens haar ook belangrijk om goed na te denken over welke producten je in je boodschappenmand stopt. Zo kun je beter geen voorgesneden voedsel kopen, omdat dat veel minder lang goed blijft. Eenmaal thuis moeten de spullen op de juiste manier bewaard worden: tomaten, komkommers en paprika’s blijven bijvoorbeeld langer goed als ze buiten de koelkast bewaard worden. Ook zijn er een hoop recepten waarbij de ingrediënten helemaal gebruikt worden, of gebruik wordt gemaakt van kliekjes. Pals wijst er verder op dat overgebleven eten kan worden ingevroren of de volgende dag bij de lunch kan worden opgegeten. “Blijft er toch iets over, dan kan je het eten aanbieden in een van de vele foodsharing-groepen in Nederland.” Het Voedingscentrum benadrukt dat niet alleen consumenten verantwoordelijk zijn in de strijd tegen voedselverspilling. Producenten en supermarkten moeten ook hun steentje bijdragen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld kleinere porties aanbieden en betere houdbaarheidsinformatie en bewaarwijzers verstrekken.
BinckBank krijgt boete van half miljoen omdat beleggers te veel risico liepen
Beleggersplatform BinckBank is door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) beboet omdat het consumenten twee jaar lang niet genoeg toetste op kennis van beleggen. Daardoor konden klanten hun geld steken in…