De energierekening is de eerste drie maanden van dit jaar met gemiddeld 20 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Dat concludeert ABN Amro na analyse van transacties van betaalrekeningen. De prijzen voor gas en elektra liepen in een jaar tijd veel harder op, maar doordat veel huishoudens hun prijzen eerder hadden vastgezet, is de gemiddelde stijging van de energierekening relatief beperkt. Vooral in maart liepen de energieprijzen fors op, onder meer door de oorlog in Oekraïne. ABN Amro zag de gemiddelde energierekening van huishoudens slechts licht stijgen: van 135 euro in februari naar 137 euro in maart. De hogere gasprijzen sijpelen volgens de bank dus langzaam door in de kosten voor de consument. De bank verwacht dat de koopkracht vooral in het tweede halfjaar van 2022 en in 2023 zal achteruitgaan. Vorige week maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekend dat de inflatie in maart op bijna 12 procent uitkwam. Vooral de energieprijzen waren de boosdoener: daarin was een jaarstijging van 103 procent te zien. Of mensen de hogere energieprijzen direct terugzien op de energierekening hangt volgens de bank af van de looptijd van het energiecontract en of er sprake is van een vast of variabel contract. Daardoor zijn er wel grote verschillen tussen individuele huishoudens. Jeannine van Reeken, econoom bij ABN Amro: “Het is bijna een kwestie van geluk of pech of je tegen een hogere energierekening aanloopt of niet. Mensen zullen op verschillende momenten geconfronteerd worden met een hogere energierekening, maar we zien daarin geen verschil tussen inkomensgroepen.” Ruim de helft van de Nederlandse huishoudens heeft een energiecontract van een jaar of langer. In combinatie met de relatief milde winter heeft die groep nog geen hogere energierekening gehad, maar vaak zelfs een lagere. Anders is het voor de huishoudens met een variabel energiecontract of een contract dat net afloopt. Ongeveer 40 procent van de huishoudens heeft een variabel energiecontract en krijgt dus te maken met prijsstijgingen. Ook heeft de bank naar huishoudens gekeken die gedurende de eerste drie maanden zijn overgestapt naar een andere energiemaatschappij. Hun energierekening is gemiddeld met 25 procent gestegen. Dat laatste cijfer is lager dan het CBS in februari bekendmaakte: dat zag een stijging van 86 procent. Volgens ABN Amro komt dat verschil doordat de bank rekening heeft gehouden met een eventuele welkomstkorting en een teruggave van de oude energieleverancier. Ook gaat het CBS uit van gelijk gebruik, terwijl de bank verwacht dat nieuwe klanten juist minder verbruiken, gezien de milde afgelopen winter. De procentuele stijging van de energiekosten van lagere inkomens is gelijk aan de stijging van de energiekosten van hogere inkomens, ziet ABN Amro. “Die spreiding is opvallend. We hebben niet gezien dat de stijging hoger is bij lage inkomens, wat je zou verwachten omdat zij vaker in een slechter geïsoleerd huurhuis wonen en een variabel contract hebben”, zegt Van Reeken. Wel is de prijsstijging voor de lage inkomens problematisch volgens de bank: de laagste 20 procent inkomens zijn ongeveer 13 procent van hun inkomen kwijt aan energiekosten. En ook onder die huishoudens zijn aflopende of variabele energiecontracten, waardoor zij te maken krijgen met flink hogere energierekeningen. Om de gevolgen van de stijgende prijzen te dempen heeft de overheid de accijns op brandstof verlaagd. In de zomer gaat de btw op energie naar beneden. Op die maatregelen was eerder kritiek. Huishoudens met lage inkomens kunnen via de gemeenten 800 euro krijgen vanwege de hogere energiekosten.
BinckBank krijgt boete van half miljoen omdat beleggers te veel risico liepen
Beleggersplatform BinckBank is door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) beboet omdat het consumenten twee jaar lang niet genoeg toetste op kennis van beleggen. Daardoor konden klanten hun geld steken in…