Amerikaanse nabestaanden van de terroristische aanslagen op 11 september 2001 hebben geen recht op de Afghaanse banktegoeden die in de VS bevroren zijn. Het geld behoort toe aan de Afghaanse Bank (DAB), en die valt buiten de Amerikaanse jurisdictie, zo concludeert de rechter. De rechter noemt haar redenering een advies, en geen definitief oordeel. Ze heeft de zaak doorverwezen naar een hoger rechtsorgaan, dat het advies kan bekrachtigen. De VS heeft circa 7 miljard dollar aan Afghaanse banktegoeden bevroren. President Biden besloot daartoe toen de Taliban de macht overnam in Afghanistan, in augustus vorig jaar. Daarop eisten vier groepen nabestaanden toekenning van dat geld. Die eis baseerden de nabestaanden op een rechtszaak die zij in 2012 wonnen, tegen onder meer de Taliban, Osama bin Laden en Al-Qaida voor de economische schade die zij na de aanslagen leden. Een rechter oordeelde toen dat de nabestaanden recht hebben op een schadevergoeding, eveneens ter waarde van zo’n 7 miljard dollar. Volgens de rechter hebben de nabestaanden recht op “niets minder dan” compensatie, maar beperkt de wetgeving wat de Amerikaanse justitie aan compensatie kan autoriseren. Daar komt bij dat het toekennen van het geld effectief zou betekenen dat de VS de Taliban erkent als regering van Afghanistan. Dat is iets waar alleen president Biden over kan beslissen. Zo’n 80 familieleden van de circa 3000 slachtoffers van 9/11 noemen de claim van de groep eisers “wettelijk verdacht en moreel onjuist”. Dat schreven ze eerder deze maand in een open brief aan Biden. “Slachtoffers van terrorisme, inclusief die van 9/11, hebben recht op hun dag in de rechtbank. Maar ze hebben geen recht op geld dat wettelijk toebehoort aan het Afghaanse volk”, zo staat in de brief. De ondertekenaars vinden dat Afghanen het geld harder nodig hebben dan zij.
Politische Repression in Hongkong: Tschüss, Demokratie
China zieht die Daumenschrauben in der ehemaligen britischen Kronkolonie Hongkong weiter an. Europa sollte genau hinsehen. mehr…







