Onder veel Surinaamse Nederlanders wekt de datum die het kabinet heeft geprikt voor excuses voor het slavernijverleden verbazing en woede. Maar sommige Surinaamse organisaties vinden de inhoud belangrijker dan de dag. En Caribische Nederlanders lijken minder fel over een excuus dat komende maandag al gemaakt wordt. Vijf Surinaamse organisaties verloren vanmiddag een kort geding dat ze aanspanden omdat ze 1 juli de enige juiste datum vinden. Op die dag wordt in Suriname en door Surinaamse Nederlanders de afschaffing van de slavernij herdacht. Advocaat Joancy Breeveld: “1 juli is een betekenisvolle dag, want dat is een soort 5 mei voor zwarte mensen na een genocide van drie eeuwen waarin mensen als handelswaar werden gezien.” Op de Caribische eilanden is 1 juli geen speciale dag. Op Curaçao is bijvoorbeeld 17 augustus – de dag van de slavenopstand – veel belangrijker. De Curaçaose schrijver en dichter Walter Palm denkt dat het kabinet maandag beter kan zeggen dat ze het voornemen hebben om excuus aan te bieden. “Dan kunnen ze vervolgens onderzoeken hoe ze het zo netjes mogelijk kunnen doen en met iedereen goed afstemmen.” Volgens de Curaçaose schrijver en acteur Roland Colastica is 19 december ‘prima’: “Het had al op 1 juli 1863 moeten gebeuren, 160 jaar geleden.” Glenn Codfried van de Amsterdamse radiozender Mart ziet daarin juist geen reden om het op 19 december te doen. “We hebben er inderdaad 160 jaar op moeten wachten. Waarom dan nu ineens zo’n grote haast?” Oud PvdA-politica Hannah Belliot, geboren in Suriname, vindt 19 december een absurde datum. “Midden in de winter, dat refereert totaal niet naar waar het om gaat, namelijk de empathie van 1 juli.” Het Surinaamse Nationaal Comité Herdenking Slavernij vindt evenmin dat de excuses komende maandag door moeten gaan. Mercedes Zandwijken van de stichting Keti Koti Tafel: “De kern is dat de doorwerking van het slavernijverleden in het heden gehoord moet worden. Daarvoor willen we zelf mee mogen beslissen over de datum. Als jij thuis ruzie hebt en je zegt sorry, maar je tone of voice is niet goed, dan komt het ook niet aan.” Juist omdat het over de woorden gaat, vindt het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) de datum niet het belangrijkste. Voorzitter Linda Nooitmeer: “Laat duidelijk zijn: wij willen het ook graag op 1 juli en dat is belangrijk. Maar het kabinet houdt aan die 19 december vast en nóg belangrijker dan de datum is dat het excuus gepaard gaat met een herstelagenda. De impact van het slavernijverleden werkt nog steeds door en daar moet wat aan gebeuren.” De Nationale Reparatie Commissie Suriname (NRCS) vindt de manier waarop de Nederlandse regering de datum “eigenzinnig” heeft bepaald ongelukkig. Voorzitter Armand Zunder zegt in de Surinaamse krant De Ware Tijd: “Dit is een eenzijdige Nederlandse actie met een groot risico op mislukking”. Maar de Curaçaose schrijver Colastica wijst erop dat het excuus niet het einde is: “Dat moet de Nederlandse regering heel goed beseffen: het is het begin van een nieuw tijdperk. Waarin wij kunnen zeggen: dit is onze gedeelde geschiedenis, hoe gaan we nu door zodat nazaten van de tot slaaf gemaakten zich gelijkwaardig voelen?” Vandaag reist vicepremier Kaag af naar Suriname. De Surinaamse regering is niet blij met 19 december als excuus-dag, maar president Chan Santokhi zegt de kwestie graag op politiek niveau met Nederland te willen bespreken. Op 19 december gaat het wat hem betreft om het “inzetten van een traject van het aanbieden van excuses”.
Onderzoek: Nederlandse staat en Oranjes op grootschalige wijze betrokken bij slavernij
De Nederlandse staat was “doelbewust, langdurig en structureel” betrokken bij slavernij in de voormalige koloniën. De gevolgen en doorwerkingen daarvan zijn in Nederland en wereldwijd nog altijd merkbaar, concluderen onderzoekers…